Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Gogel

betekenis & definitie

Gogel - Isaäc Jan Alexander, Ned. staatsman; * 1765 te Vught (N. Br.), ✝ 1821 te Overveen.

Heftig patriot. Bekleedde sedert de omwenteling van 1795 vsch. regeeringsambten.

Zijn beteekenis ligt op het gebied der staatsfinanciën. Als minister (onder Schimmelpenninck en Lod.

Napoleon) ontwierp en leidde hij de invoering van een alg. stelsel van belastingen, feitelijk het eerste deugdelijk geheel in Ned. Tijdens de inlijving bij Fr. was hij intendant-generaal van financiën.

Toen in Jan. 1814 hier de Fr. belastingen vervangen werden door Ned., bleef G. ’s werk grootendeels bewaard, zoodat het langen tijd het fundament was van het Ned. belastingstelsel. In staatsdienst is G. niet meer geweest.

Wel diende hij de regeering nog enkele malen van advies en werd hij kort voor zijn dood door Willem I tot staatsraad in buitengewonen dienst benoemd.Lit.: Blok, Gesch. v. h. Ned. volk (3III en IV, passim); Sillem, De polit. en staatk. werkzaamheden v. I. J. G. (1864); Colenbrander, De Bat. Rep. (1908); id., Schimmelpenninck en Kon. Lod. (1911); id., Inlijving en Opstand (1913); id., Vestiging v. h. koninkrijk (1927); Groeneveld Meyer, Tariefwetg. v. h. kon. der Ned., 1816-1819 (z.j.).

Verberne.

< >