Historicus. * 11 Mei 1847 te Aarlen, ✝ 4 Jan. 1916 te Assche (Brab.). Studeerde te Aarlen en te Luik; prof. te Luik aan het athenaeum, dan aan de hoogeschool (1872). Hij mag genoemd worden miles Christi; de drijfveer van zijn ridderlijk leven was zijn liefde voor de Kerk en voor zijn volk.
Hij oefende een buitengewonen invloed uit op zijn studenten, vnl. door zijn „seminar” of practische geschiedkundige lessen (1874). Hij nam een voornaam aandeel aan den strijd voor de Kath. democratie. Zijn werkzaamheid als geschiedkundige bestond in het uitgeven van bronnen en in synthetische werken, die meestal de nationale en vnl. de Luiksche historie behandelen; hij mag genoemd worden onder de eerste wetensch. historici van België.
Lid der Commiss. royale d’histoire (1887) en der Kon. Akademie (1891).Voorn. werken: Les origines de la civilisation moderne (1886); La frontière linguistique en Belg. et dans le nord de la France (1888); Clovis (1896); Notger (1905); La citó do Liège (1910); l’Eglise aux tournants de l’histoire (1898)
Lit.: H. Pirenne, Notice, in Annuaire de l’Acad. royale de B. (1924, met volled. bibliogr.). Willaert