Goblet d’Alviella - 1° Albert Jozef, graaf, Belg. generaal en staatsman; * 1790 te Doornik, † 1873 te Brussel. Officier in het Fr. en later in het Holl. leger, in 1830 generaal; nam als Belg. generaal een leidend aandeel aan den Tiendaagschen veldtocht en werd daarna min. van Landsverdediging.
Gekozen tot lid der Tweede Kamer in 1831, voerde hij als gevolmachtigde mede de onderhandelingen te Londen. In 1832 en 1843-’45 was hij min. van Buitenl.
Zaken; als dusdanig had hij een groot aandeel aan het verdrag tusschen België en de landen van het Zollverein. Van 1837 tot ’64 was hij buitengewoon gevolmachtigde en raadgever van koningin Maria van Portugal; voor bewezen diensten werd hij door haar tot graaf van Alviella benoemd.
Na 1854 wijdde hij zich aan het schrijven van zijn mémoires.Lit.: Juste, Le Lieut. général comte G. d. A. (Brussel 1870).
Uytterhoeven
2° Eugène, graaf, Belg. liberaal politicus en godsdiensthistoricus; *1846 te Brussel, † 1925 aldaar. Prof. aan de vrijzinnige univ. van Brussel van 1885, liberaal senator van 1892. Op het gebied der godsdienstgeschiedenis was hij een volgeling van ➝ Tylor en ➝ Spencer. Zijn vsch. godsdiensthistorische publicaties werden verzameld in een driedeelig werk: Croyances, rites, institutions (3 dln. 1911).
Bellon.