Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Gobelin

betekenis & definitie

Gobelin - In Nederland wordt het woord g. gebruikt als synoniem van wandtapijt; in Vlaanderen daarentegen, waar destijds de tapijtweverijen tot hoogen bloei kwamen, gaat de beteekenis niet verder dan: Fransche wandtapijten der 17e en 18e eeuw, speciaal van de fabr. Gobelin en Savonnerie.

Hier volgt alleen de geschiedenis van de producten van beide genoemde Parijsche fabrieken. Voor de technieken en andere soorten wandtapijten en behangseltapijten ➝ Tapijt.

In 1622 werd te Parijs, met toestemming van Lodewijk XIV, de woning van den wolverver der 15e eeuw Jean Gobelin, door minister Colbert op staatskosten aangekocht om er de „Manufacture royale des Meubles de la Couronne” op te richten. Colbert groepeerde er een drietal Parijsche tapijtweverijen, waaronder die, welke in 1607 door de Vlamingen M. de Coomans en F. Vanderplancke onder de bescherming van Hendrik IV gesticht werd, en dikwijls doorgaat als eerste G.-werkplaats. Veel dankte de inrichting aan haar eersten bestuurder, den hofschilder Charles le Brun (1619-1690). Onder zijn leiding werden grootsche historische reeksen g. uitgevoerd, die in allegorische voorstellingen het leven van Lodewijk XIV verheerlijkten. Naar de techniek onderscheidt men haute-lisse g. en basse-lisse g.; ➝ Tapijt.

In de 18e eeuw bleven toonaangevende kunstenaars aan het hoofd der inrichting en ontwierpen cartons. Uit deze eeuw dateeren de Don-Quichotte-reeks naar Coypel, de Indische reeks naar Desportes, en de Jachtenreeks van Lodewijk XV naar Oudry.

Tijdens de 1e helft der 19e eeuw geraakte het werken naar cartons in onbruik en bepaalde men zich ertoe meesterwerken van Fransche en Italiaansche kunstenaars zoo trouw mogelijk na te bootsen. Technisch leverde deze werkwijze vele moeilijkheden en was uitermate tijdroovend. De 2e helft der 19e eeuw bracht verandering. Puvis de Chavannes teekende opnieuw cartons, welke in g. uitgevoerd werden. De Savonneriefabrieken, die in 1624 te Chaillot in een oude zeepziederij — vandaar haar naam — ingericht werden en de techniek der Oostersche tapijten navolgden, werden in 1824 met de G.-ateliers vereenigd.

Tot heden bleef de G.-fabriek eene instelling van den Franschen staat. Een werkplaats, waar oude wandtapijten hersteld worden, een teekenschool en een wolververij zijn aan de fabriek verbonden. Haar museum van oude behangseltapijten is bezienswaardig. Lit.: Gerspach, Répertoire détaillé des tapisseries des Gobelins exécutées de 1662 à 1892 (1893); Gerspach, La Manufacture des Gobelins (1892); A. Darcel et J. Guiffrey, Hist. et Description de la Manufacture des Gobelins (1895)

V. Herck.

< >