Globaalmethode - moderne leerwijze voor lezen en schrijven, afkomstig van ➝ Decroly en Malisch. Tot voor korten tijd was men binnen en buiten de schoolwereld practisch de meening toegedaan, dat lezen-leeren zoogoed als geheel opgaat in het associeeren der teekens met de losse klanken, m.a.w. in het letters-leeren.
De ➝ Gestaltpsychologie heeft die meening aan het wankelen gebracht, door aan te toonen, dat bij de waarneming in het algemeen, en bij de opvatting van taalvormen (woorden en zinnen) in het bijzonder, niet de afzonderlijke klanken of letters, maar de woorden, of liever nog de zinnen, primair zijn. „Montrez le chat”, schrijft bijv. Decroly op, en zegt wat er staat; de leerlingen nemen het zinnetje in zijn geheel op en verstaan het ook als geheel.
Zoo worden een zeer groot aantal woorden en zinnetjes (met beteekenis) van buiten geleerd. Resultaat: het kind kan de ingestudeerde woorden en zinnen lezen, zonder een enkele letter te kennen.
Het gaat echter niet aan, alle woorden op deze wijze te memoriseeren. Analyse is dus onmisbaar.
Maar die komt van zelf: men bekommert er zich aanvankelijk niet om. En daar schuilt het verschil met de traditioneele methode, die terstond begint met het ontbinden van woorden in klanken en teekens en dus van meet af op het leeren der letters aanstuurt.
Losse klanken en losse teekens hebben echter voor het jonge kind geen zin en interesseeren het dus niet. Bij zwakzinnigen en doofstommen zijn met de g. schitterende resultaten bereikt; alles wijst er op, dat ze binnenkort ook op de gewone school haar triomfanten intocht zal houden.
Ideovisueel of ideographisch heet dezelfde methode, omdat de idee, d.i. de beteekenis, direct wordt geassocieerd met het visueele taalbeeld: woord of zin. Of ze ook voor schrijven de aangewezene is, wordt nog door velen betwijfeld.Lit.: Govert Grazer, Leesmethodiek en moderne psychologie (1931); Rombouts, Kath. Pedagogiek (III 1934). Rombouts.