Glaucus - (mythologie)
1° godheid van ondergeschikten rang, vooral te Anthedon (Boeotië) vereerd als god van zeelieden en visschers. Eertijds zelf een visscher, had G. opgemerkt, dat levenlooze, op het strand geworpen visschen door een plant aan te raken weer levend werden. Hij proeft van die plant, doch door waanzin aangegrepen, stort hij zich in zee, waarin hij voortaan als half-visch en half-mensch voort leeft, jaarlijks even opduikt en profeteert en de Nereïden en zelfs gewone meisjes achtervolgt. Zijn geschiedenis is met veel varianten overgeleverd.
2° G. van Potniae, naar Corinthische sage zoon van Sisyphus, stichter der Isthmische spelen, vader van ➝ Bellerophontes, wordt verslonden door zijn eigen wilde paarden. G. Potnieus was de hoofdheld van een verloren stuk van Aeschylus.
3° Zoon van Hippolochus en kleinzoon van Bellerophontes, in de Ilias met Sarpedon bondgenoot van Priamus en aanvoerder van de Lyciërs. Op het punt met Diomedes een tweegevecht aan te gaan, wordt hij door dezen herkend als een oud gastvriend en ruilt, ten teeken van hernieuwde vriendschap, zijn kostbare gouden uitrusting tegen de gewone, bronzen van Diomedes. In latere sagen sneuvelt G. door de hand van Aias tijdens den strijd om Achilles’ lijk en draagt Apollo zijn lijk door de lucht naar zijn land terug.
V. Pottelbergh.