Giganten - (Gr., = reuzen), monsterachtige wezens uit de Grieksche cosmogonie en mythologie. Hesiodus noemt er drie: Briareus, Cottos en Gyges, 50-hoofdige en 100-handige zonen van Ouranus (hemel) en Gaea (aarde), na hun geboorte door hun vader in den Tartarus neergeslingerd, die samen met Zeus de Titanen bevochten, tot belooning de vrijheid bekwamen en hun vijanden in den Tartarus wierpen.
Naar latere verhalen, zijn de G. geboren uit Gaea en, om de door Zeus overwonnen Titanen te wreken, opgestaan tegen Zeus en de goden, waarbij het op de Thessalische kust, te Phlegra, in de buurt van den Olympus, tusschen goden en G. tot een reeks van afzonderlijke gevechten kwam: vele reuzen werden onder vuurspuwende bergen begraven, bijv. Enceladus onder den Etna.
Het opeenstapelen van Ossa en Pelion door de G. om den Olympus te bestijgen was een der episoden uit dezen strijd. →Gigantomachie. E.
De Waele.