Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Gierle

betekenis & definitie

Gierle - gem. in de prov. Antwerpen, ten Z.W. van Turnhout (II 512 D 2); opp. 1.726 ha, hoogte 20 m, ca. 1.700 inw. (Kath.).

Kanton Turnhout; dekenij Herentals. Zand- en kleigrond; landbouw; veeteelt.

Enkele steenbakkers en diamantsnijders. Grootenhout of Gierlebosch.

Achtkantige toren, eenig in de Kempen, en deel der O.L.V.-kerk in Gotischen stijl van het 3e tijdvak uit het begin der 16e eeuw. G. behoorde tot 1612 bij de parochie Tielen.

Klooster en kostschool der zrs. Ursulinen met 145 leerlingen.

Geboortedorp van P. a Thimo, rechtsgeleerde (✝1474) en van P. de Nef, lid van het Nat. Congres en stichter der Lat.

School te Turnhout in 1807.L i t.: Van Roey, G., in: Taxandria (1913). Lauwerijs.

< >