Gidding - Jaap, Ned. sierkunstenaar en schilder; *1887 te Rotterdam; studeerde aan acad. aldaar (zilveren medaille afd. decoratieve kunst) en op ateliers voor glasschilderkunst van Kerling, Den Haag. Werkte te München (tooneeldecors voor het Künstler-theater, 1908) en Parijs.
Nam in 1916 de leiding van ateliers voor dec. kunst te Rotterdam. 1918-’19 leeraar aan de School voor kunstnijverheid te Utrecht; 1923-’25 werkzaam te Berlijn, München, Parijs en in Italië, om zich in het ontwerpen van mozaïek, tapijten, bespannings- en bekleedingsstoffen enz. te bekwamen. Maakte wandschilderingen en ontwierp vloerbekleeding, glas in lood enz. voor vsch. theaters, café-restaurants en woonhuizen, glaswerk voor Leerdam en aardewerk voor „De Porceleyne Fles” te Delft.
Tot zijn voorn. werken behooren een der drie Oranjeramen in de Nieuwe Kerk te Delft (1933) en het mozaïek voor het monument G.J. de Jongh te Rotterdam (1934-’35). G. vereenigt gevoelig begrip van sierkunst met groote bekwaamheid.
Koomen.