Ghor - E 1 -, Arab. naam(= uitholling, inzinking) van het dal van den Jordaan. Lengte 105 km, breedte wisselend van 2 km (Dzjisr el-Moedzjami) tot 23 km (nabij Doode Zee).
Geologisch is de Ghor een deel van de Syro-Africaansche aardspleet, die vanaf Antiochië aan den Orontes in het N. zich over Doode Zee en Akaba in de Roode Zee voortplant. De diepste en nauwere inzinking van de Ghor, waarin de Jordaan zelf stroomt, wordt Arabisch Ez-Zor genoemd, in de H.
Schrift: „pracht van den Jordaan” (Jer. 12. 5. e.a.). Simons.Ghorbasta zijn groote irrigatie-constructies in Makran (Baloetsjistan), die overeenkomst vertoonen met de cyclopenmuren der Pelasgen in Griekenland en Italië. De bouwers van beide soort muren kwamen mogelijk uit Perzië, zoodat het waarschijnlijk verwante volkeren waren.