Ghistele - 1°Cornelis van, rederijker uit de 2e helft der 16e e., waarsch. uit een adellijke familie van Antwerpen, factor van de Goudbloem dier stad, vertaalde retorychelijck, met veel Fr. en Lat. uitdrukkingen, de Aeneis van Vergilius, de blijspelen van Terentius, Ovidius’ Heroides en Horatius’ satyren, waardoor hij de Klassieke schrijvers onder de rederijkers bekend maakte en de Renaissance in de Ned. letteren voorbereidde.
V. Mierlo.
2° J o o s van, heer van Aksel en Maalstede; * 1446 te Gent, ♱ vóór 1520. Door Karel den Stouten (1464 of 1467) ridder geslagen, voorschepen te Gent van 1477 tot 1481; deed in 1481 een reis naar het H. Land en bezocht Palestina, Syrië, Egypte, Ethiopië, Perzië en Assyrië; in 1485 keerde hij te Antwerpen terug, werd nog eens schepen van 1486 tot 1492, hoofdbaljuw van Gent van 1492 tot 1494 en overleed vóór 1520 op zijn kasteel de Moere bij Aksel. Van hem is een betrouwbare beschrijving van de bezochte landen, Tvoyage van Mher Joos van G., eerst in hs., na zijn dood in druk, in 1557 uitgegeven; later nog herdrukt (1563 en 1572). Het is eerder toch het werk van zijn kapelaan, Ambrosius Zeebout.
Lit.: D. de Saint Genois, Les voyageurs Beiges (I 1847); Ph. Blommaert, Nederduitsche schrijvers van Gent (1862); Bibliotheca Belgica (X, G 75-77); Fruytier, Nw. biogr. Wbk. (VI).
V. Mierlo.