Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Gezamende hand

betekenis & definitie

Gezamende hand - in vsch. beteekenissen voorkomende uitdrukking uit de oude rechtstaal. G. h. beteekent veelal te zamen (gezamenlijk), soms ook hoofdelijk.

In de rechtsliteratuur wordt gesproken van de g. h. (gezamendehandsche gemeenschap) ter aanduiding van een gemeenschap, waarbij o.m. over goederen, tot die gemeenschap behoorend, slechts beschikt kon worden door alle gerechtigden te zamen en waarbij geen vererving, doch aanwas plaats heeft, indien een deelgerechtigde uit de gemeenschap wegvalt.Lit.: S. J. Fockema Andreae, Bijdragen (V): A. S. de Blécourt, Kort Begrip.

< >