Duitsch Afrika-reiziger. * 16 April 1831 te Vegesack, ♱ 2 Juni 1896 te Rüngsdorf bij Godesberg. In 1850 nam hij dienst tegen Denemarken, in 1852 in het Oostenr. leger en 1855-’61 in het Fr. vreemdelingenlegioen in Algerije.
Van 1862-’63 bereisde hij het toen nog onbekende Marokkaansche gedeelte van de Sahara en bezocht de oase Tasilelt; 1863-’64 trok hij over den Hoogen Atlas en drong door in het gebied der Toearegs tot Toeat; 1865-’67 reisde hij van Tripolis door de Sahara en den Soedan naar de Golf van Guinea, en na nog eenige kleinere reizen in de Lybische woestijn drong hij 1878-’79 door tot de Koefra-oasen. Als Duitsch gezant bereisde hij Abessinië en 1884-’85 was hij generaal consul voor Duitschland te Zanzibar.
R.’s reizen zijn meer bekend door het avontuurlijke dan door hun wetensch. beteekenis.Werken: Reise durch Marokko (1868) ; Von Tripolis nach Alexandria (2 dln. 1871); Quer durch Afrika (2 dln. 1874); Drei Monate in der Lib. Wüste (1875); Exp. zur Erforsch. der Lib. Wüste (1876); Kufra 1881). Lit.: K. Quenther, G. R. (1912). de Visser.