Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Geraldus

betekenis & definitie

Geraldus - naam van eenige heiligen [zie ook ➝ Gerard(us)].

1° Aartsbisschop van Braga; † 5 Dec. 1109 te Bomos. Volgens een door zijn leerling Bernaldus (1128-1147 bisschop van Coimbra) vervaardigde vita [Baluzius-Mansi, Miscell. (I Lucca 1761); Mon. hist. Port. (I Lissabon 1856)] was hij geboortig uit Gascogne. Hij werd monnik in het Cluniacenser klooster Moissac en tijdens de kerkelijk-politieke verwikkelingen onder graaf Hendrik van Portugal en den primaat Bernardus van Toledo bisschop van Braga. In 1103 ontving hij van Paschalis II het pallium. Zijn gebeente wordt bewaard in de door hem gebouwde kerk van den H. Nicolaas te Braga. Feestdag in Braga 6 Dec. (19 Dec. transl.).

Lit.: Erdmann, Papsttum u. Portugal (1928).

2° Abt van Mayo; * waarsch. uit Ags. ouders in Northumberland, † 732. Monnik van Lindisfame, vertrok na de Synode van Whitby (664) onder Colman naar Ierland. Moeilijkheden tusschen Ags. en Iersche monniken maakten de stichting van afzonderlijke kloosters noodzakelijk; Inishbofin werd voor de Ieren bestemd, en Magh Eo (Mayo), waar G. abt werd, voor de Saksen. Feestdag 13 (12) Maart.

Lit.: Zijn Vita is geheel legendarisch, doch geeft belangrijke berichten over den eersten Christentijd in Ierland; beste uitg. bij Plummer, Vitae S.S. Hibernicae (I, LXXI vlg.; II); Acta S.S. Mart. (II 1668); Bibl. hagiogr. Lat. (509); J. Healy, Irelands ancient Schools and Scholars (Dublin 1893); F. J. Kenney, Sources for the Early Hist. of Ireland (New York 1929; bibliogr.).

Feugen.

< >