Prot. theoloog. * 27 Oct. 1869. Achtereenvolgens prof. te Marburg, Breslau, Heidelberg en sedert 1922 te Göttingen.
W. ijverde voor de invoering eener godsdienstpsychologische methode, die hij „transcendaal-psychologische methode” noemde, omdat hij, naar het voorbeeld van Kant’s logische categorieën, algemeen geldende religieuze categorieën door het godsdieust-psychologisch onderzoek meende te kunnen ontdekken. Hij bestreed de theorieën van A.
Ritschl en de dialectische theologie.Voorn. werk: Systeniat. Theologie nach religionspsycholoog. Methode (3 dln. 2*31925-’26).
Lit.: K. L. Bellon, Godsdienstphilosophie (1934).
Bellon.