Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Genotmiddelen

betekenis & definitie

Genotmiddelen - zijn in de voedingsleer die levensmiddelen, waarin de voedingswaarde op den achtergrond treedt tegenover den smaak en tegenover de opwekkende werking, die zij op vsch. wijze op het zenuwstelsel uitoefenen. Men kan de g. in drie groepen verdeelen:

1° specerijen, zout en azijn;
2° alcoholische dranken;
3° alcoloïdhoudende g., nl. koffie, thee, cacao en tabak.

De g. der eerste groep werken vnl. op het reuk- en smaakorgaan; ze hebben een gunstigen invloed op de spijsvertering. De g. van de tweede en derde groep werken vooral op het zenuwstelsel, het hart en den bloedsomloop. Ze hebben een opwekkende werking, doen moeheid verdwijnen en kunnen zelfs tijdelijk het prestatievermogen verhoogen. In kleine hoeveelheden kunnen de g. den gebruiker ten goede komen en vinden ze zelfs als geneesmiddel toepassing. Bij overmatig gebruik zijn vele zeer schadelijk; het zenuwstelsel wordt geschokt en het lichaam ondermijnd. De grens tusschen voedings- en genotmiddel is vaak niet scherp te trekken.

Zoo zou men cacao met recht tot de voedingsmiddelen kunnen rekenen. Ook van bier is de voedingswaarde niet onbelangrijk.

Bosch.

< >