Geluksrad - De Antieke gedachte, welke het wisselende leven van den mensch met een draaiend rad vergeleek, werd eerst in de 12e e. plastisch uitgebeeld (miniat. in het Boethius hs. bibl. Vatic., evenzoo in Lustgarten van Herrad v.
Landsberg, waar Fortuna zelf het rad draait). In monumentale opvatting komt het g. voor in de glasschilderkunst in de roosvensters van Amiens, Verona (St.
Zeno), dom te Trier en het meest zinnebeeldig in Notre Dame te Parijs. Hier troont Maria met haar Kind in het centrum, profeten omsluiten haar; de volgende concentrische cirkel bevat den dierkring en de voorstellingen der maanden en in den uitersten cirkel strijden de deugden tegen de ondeugden.
In het middelpunt van den eeuwigen strijd tusschen goed en kwaad staat dus het Verlossingswerk i.p.v. de Antieke Fortuna.Lit.: Künstle, Iconogr. d. Christl. Kunst (I 1928, 204 vlg.).
Terlingen-Lücker