Geisha - (Chin.-Jap., = artiste; < gei = kunst, sha = persoon), dansmeisje in de Jap. theehuizen, vroeger ook bij voorname particulieren. Tot haar werk behoorde ook: het zingen, dichten, bevallig theeschenken en converseeren.
Ofschoon men de g. veel vrijheid laat, komt het zelden voor, dat haar naam een ongunstige beteekenis krijgt. Haar dansen bepaalt zich tot sierlijke kleine bewegingen, waarbij mimiek en waaier een groote rol spelen.Lit.: B. H. Chamberlain, Moeurs et coûtumes du Japon (Parijs 1931).
Terlingen-Lücker.