Geheugenvorming - Men heeft thans ingezien, dat men het geheugen slechts in dien zin kan oefenen, dat men methoden (en dan nog individueel zéér verschillend) kan leeren, waardoor het reproduceeren sneller en beter verloopt (men moet „het leeren” leeren!). De g. is van zoo groote beteekenis, omdat zij ten goede komt aan den samenhang in het zieleleven.
De moderne psychologie heeft onderzocht, wat de meest gunstige voorwaarden zijn voor het onthouden. Zij wijst, behalve op de aanschouwelijke en overzichtelijke aanbieding der stof en een juist tempo der herhalingen, vooral ook op het boeien der opmerkzaamheid.
Zie ook ➝ Mnemotechniek.Lit.: G. Lamers S.J., De psychologie van het geheugen (1914); M. Offner, Das Gedächtniss (1924).