Geestelijke zaak. - Onder zaken wordt in het Kerkelijk Recht verstaan al hetgeen als middel dient tot het bereiken van het doel der Kerk, dat van geestelijken, bovennatuurlijken aard is: de dienst van God en de heiliging der menschen (C.I.C. can. 726). Geestelijke zaken (Lat. vakterm: res spirituales of intrinsece spirituales) zijn nu die middelen, welke rechtstreeks voor het geestelijk, bovennatuurlijk doel der Kerk dienen, als: sacramenten, sacramentaliën, eeredienst, jurisdictie, wijding, consecratie, zegening, aflaten, enzoovoort.
Daartegenover staan de wereldlijke zaken (Latijn: res temporales = tijdelijke zaken), welke de Kerk ook noodig heeft: stoffelijke goederen, bijvoorbeeld om kerken te kunnen bouwen, om haar dienaren levensonderhoud te kunnen verschaffen. Voorts zijn er nog de gemengde zaken (res mixtae, of res temporales spiritualibus adnexae), zaken van ten deele geestelijken, ten deele wereldlijken aard, als: beneficie, geconsacreerde kelken, kerken, kapellen en verder alle gewijde, voor den eeredienst bestemde voorwerpen, wijl bij deze oorspronkelijk wereldsche dingen iets geestelijks, de wijding, gekomen is.Handel met g. z. en gemengde zaken is als simonie verboden. Niet enkel de g. z., doch ook de gemengde zaken behooren in beginsel tot de uitsluitende machtssfeer van de Kerk, al wordt dit door de moderne staten ook niet, of niet ten volle, erkend.
Schweigman.