Bekend Friesch voorman en schrijver. * 4 Sept. 1869 te Joure. Studeerde theologie te Utrecht (promoveerde hierin te Groningen in 1904), was van 1894 tot 1924 predikant te Hoorn (Terschelling), Roden, Zeerijp en Sneek.
Is sinds 1924 bibliothecaris der Prov. Bibliotheek te Leeuwarden en van het begin af voorzitter van den Prov.
Frieschen Onderwijsraad (→ Friesland, sub IV : Fr. Beweging).
Door woord, geschrift en daad (hij is een der oprichters van het → Kristlik Fr. Selskip, was van 1908 tot ’18 red. van „Yn ús eigen Tael”, orgaan van dat Selskip, speelde een rol in de Jong-Friesche Beweging, waarvan hij tevens een der voorloopers was) heeft W. zeer veel gedaan voor de Friesche Beweging, met name voor de overwinning van de nieuwere ideeën.
W. heeft buitengewoon veel geschreven: o.a. It Fryske Reveil (1911), vele door hem gehouden Friesche preeken, Frysk Foardrachteboek (1911), vele brochures, een Ned.-Friesch Woordenboek (1925; met A. de Vries), vele historische opstellen o.a. in den Groninger Volksalmanak (1906-’26), Bijbel-friesch (1917, een pleidooi voor bijbelvertaling in het Friesch) en de vertaling van het Nieuwe Testament.
Met name dienen nog genoemd te worden de standaardwerken „Bodders yn de Fryske Striid” (1926; met lit.-opgaven); en „Paden fen Fryslan (2 dln. 1930-’34), waarin de voornaamste opstellen. van der Meer.