Garage - bewaarplaars voor auto’s. Soms is de g. aan het woonhuis gebouwd met brandvrij plafond, gladden steenen vloer, soms voorzien van een werkkuil, ca. 1 m diep.
De minimum afmetingen zijn 2,60 x 5 m2. In België bevindt zich de g. dikwerf in het souterrain, bereikbaar vanaf de straat met een vrij sterke helling (tot 20°).
Een krachtige, niet afsluitbare ventilatie op korten afstand van den vloer is noodig om de zware benzinedampen te verwijderen. Ook werkkuil en event. schrobputje moeten geventileerd worden door een buis met zuigkap.
Speciale eischen moeten gesteld worden voor brandvrijheid en een goede ventilatie. Bij voorkeur moet de benzine in ondergrondsche tanks bewaard worden.
De verwarming geschiedt bij voorkeur door water- of stoomverwarming. Bij kachelverwarming moet het stoken buiten de g. plaats vinden en moeten de kachels luchtdicht van de g. worden afgescheiden door mantels van ijzer.
De ingang wordt afgesloten met draai- of schuifdeuren (overhead door) of rolluiken. In de groote steden worden dikwerf de g. gecombineerd tot blokgarages.
In West-Berlijn heeft men ook keldergarages gebouwd, gelegen onder het open terrein achter de woningen.
Bij duur terrein ging men er ook toe over g. te bouwen met meerdere verdiepingen, bijv.
Torengarage in Den Haag, waarin plaats is voor 400 auto’s, waarvan 85 in boxen. Vsch. hellingsystemen heeft men bedacht om de auto’s naar de boxen te transporteeren, bijv. dubbele wentelhelling, o.m. toegepast bij de Postgarage te Boedapest; de Josephine-helling met 2 rechte hellingen, naast elkaar gelegen, welke is toegepast in de grootste g., de Morot Mart Garage te Boston.
De meest voorkomende en meest economische is de Humy-helling: twee rijweg-systemen verschillen een halve verdiepingshoogte in aanleg. Bij zeer beperkte ruimte komt alleen liftgarage in aanmerking.Thunnissen.