Futurisme - heet een beweging in literatuur, beeldende kunst en muziek, omstreeks het begin van 1909 onder leiding van den dichter F. T.
Marinetti in Italië ontstaan, eenerzijds tegen de Ital. gehechtheid aan het verleden (passativisme), anderzijds op de toekomst gericht. Op 20 Febr. 1909 verscheen het eerste „Manifeste futurista” (nadien door verscheidene andere gevolgd), waarin de futuristen verklaarden, dat zij niet als hun voorgangers de beschaving der Oudheid, de contemplatie, de sloomheid en den sluimer, maar de liefde voor het gevaar, de onstuimigheid en de opstandigheid wilden verheerlijken en hun bezieling vonden in sensatie, snelheid en agressiviteit.
Behalve Marinetti, hebben in het bijzonder de futuristische schilders de beweging bekend gemaakt. In Febr. 1910 zetten Boccioni, Carra, Severini e.a. in een manifest uiteen, dat niet stabiliteit en rust, doch het snelle of heftige wisselen van vorm of voorkomen der dingen de inhoud van de schilderkunst moet zijn en een maand later organiseerden zij een bijeenkomst in het theater Chiarella te Turijn, om dat manifest te verdedigen, wat op een kloppartij uitliep.
Tusschen 1911 en ’14 stelden zij te Rome, Parijs, Berlijn, Hamburg, München Weenen,Boedapest, Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Brussel en Londen ten toon. Zij ontkenden de noodzakelijkheid der visie van een stabiel oogpunt uit en verkozen die van het zgn. motorische gezichtspunt, om niet een statisch moment, maar de continuïteit der bewegingsmomenten, m.a.w. niet de dingen in stilstand, doch in een „gebroken” voorstelling de voortdurende verandering van hun verschijningen uit te beelden.
Met de opkomst van het fascisme is het f., dat zich intusschen tot een algemeene cultuur-beweging had uitgebreid, de „officieele” of „staats”-kunst geworden. De voornaamste futuristische schilders waren toen evenwel reeds tot een nieuw constructivisme (neo-naturalisme of -klassicisme) overgegaan.Lit.: F. Marinetti, Manifeste ➝ futurista e.a.; Gustave Coquiot, Cubistes, futuristes, passéistes (1914); Theo van Doesburg, De nieuwe beweging in de schilderkunst (1917); id., Drie voordrachten over de nieuwe beeldende kunst (1919); Herwarth Walden, Einblick in Kunst (1917).
Koomen.