Fulgentius van Ruspe - Heilige, Kerkvader; * ca. 467, † ca. 532. F. is na Augustinus de grootste Kerkvader van N.
Afrika. Hij stamde uit een senatoriale familie, was zeer ontwikkeld (zou Homerus geheel van buiten hebben gekend), volgde eerst de ambtelijke loopbaan; maar werd weldra monnik en leefde als zoodanig geruimen tijd in Italië en vervolgens in zijn vaderland, waar hij ca. 507 bisschop wordt van Ruspe.
Weldra wordt hij door koning Trasamund naar Sardinië verbannen, waar hij een klooster sticht. In 515 teruggeroepen voor een dispuut tusschen Katholieken en Arianen, wordt hij in 517 opnieuw verbannen; kan eerst na den dood des konings terugkeeren (523) en bestuurt dan zijn diocees tot aan zijn dood.
Ten onrechte heeft men hem geïdentificeerd met ➝ Fulgentius Mythographus. F. was een trouw volgeling van Augustinus, speciaal in de leer over genade en praedestinatie.
Hij schreef meerdere werken tegen Arianen en Pelagianen en Semipelagianen, verder een aantal brieven en preeken. Stiglmayr en Lapeyre schrijven hem o.i. ten onrechte het ➝ Symbolum Quicumque toe.Uitg. en lit.: Bardenhewer, Gesch. der altkirchl. Lit. (V 1932); Lapeyre, S. Fulgence de Ruspe (1929).
Franses.