Frobenius - 1° Ferdinand Georg, Duitsch wiskundige; * 1849 te Berlijn, ✝ 1917 te Charlottenburg; 1874 buitengewoon hoogleeraar te Berlijn, 1875 professor aan de Polytechn. Hoogeschool te Zürich; 1902 hoogleeraar te Berlijn.
Werkte op het gebied der algebra; hield zich in het bijzonder met de groepentheorie bezig.v. d. Corput.
2° Leo, Duitsch ethnoloog en ontdekkingsreiziger; * 26 Maart 1873 te Berlijn; assistent aan de museums voor volkenkunde in Bremen, Bazel, Leipzig; ondernam vanaf 1904 twaalf ontdekkingstochten naar Afrika; was de stichter en leider van het Afrika-Archiv, waaruit zich het Forschungs-Institut für Kulturmorphologie ontwikkelde, dat in 1925 met F. verhuisde naar Frankfort a. M., waar hij in 1928 prof. werd in de ethnologie. F. was een der grondleggers der → cultuurkringenleer: hij onderzocht het ontstaan en de verbreiding der Afr. culturen en hield zich in de laatste jaren bezig met de leer van het organisch karakter en den groei der culturen en met de praehistorie van Afrika, vooral met de studie der rotsteekeningen. Een goede oriëntatie over zijn leven, zijn expedities en zijn talrijke werken kan men vinden in het door zijn vrienden uitgegeven boek: Leo Frobenius, ein Lebenswerk aus der Zeit der Schicksalswende (Leipzig 1933).
Voorn. werken: Die Geheimbünde Afrikas (Hamburg 1894); Der Ursprung der afr. Kulturen (Berlijn 1898); Das Zeitalter des Sonnengottes (Berlijn 1904) ; Und Afrika sprach (3 dln. Berlijn 1912-’13); Paideuma, Umrisse einer Kulturund Seelenlehre (München 1921); Atlantis (12 dln. Jena 1921-’28); Erlebte Erdteile (7 dln. Frankfort 1925-’29); Hadschra Maktuba (met H. Obermaier; München 1925); Indische Reise (Berlijn 1930); Erythraea, Länder und Zeiten des hl. Königsmordes (Berlijn 1930); Madsimu Dsangara (2 dln. Berlijn 1932). Uitgever van Atlas Afrikanus (vanaf 1921) en van de verzam.: Studien zur Kulturkunde (Stuttgart, vanaf 1933).
Andres.