Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 03-07-2019

Frischlin

betekenis & definitie

Frischlin - Nikodemus, Duitsch Humanist (hoogleeraar te Tübingen en te Praag) en neo-Latijnsch dichter van tijdssatiren, die hem in de gevangenis brachten en van blijspelen; * 1547 te Belingen, ✝ 1590 te Hohcnurach.

Voorn. werken: Rebecca (1576): Susanna (1578); Phasma (1580); Julius redivivus (1584).

Uitg.: d. Janell (1912).

Lit.: D. F. Strausz, Das Leben F.’s (1855); G. Bebermeyer, in Tübinger Dichter-humanisten (1927).

< >