Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Friedrich Wilhelm Schelling

betekenis & definitie

Duitsch wijsgeer, idealist. * 1775 te Leonberg (Wurttemberg), † 1854 te Ragaz (Zwits.). Hoogleeraar te Jena, Würzburg, Erlangen, München.

Uit de vier perioden van zijn denken is het meest van belang die van de identiteitsphilosophie, waardoor hij een schakel vormt in de ontwikkeling van Kant tot Hegel. Het Ik en de natuur laat S. voortkomen uit een gemeenschappelijken oergrond, het Absolute Indifferente, dat als ongescheiden eenheid en volstrekte identiteit van subject en object, geest en natuur, van het ideëele en het reëele, de hoogste werkelijkheid, het eenige Ding an sich, uitmaakt.

De concrete dingen in natuur en geest zijn slechts de verschijnselen van het Absolute. Het Absolute is alleen te bereiken door de intellectueele aanschouwing, eigen functie van alle transcendentale denken, die door haar werking het object produceert, zoodat in haar het produceerende met het geproduceerde samenvalt.Voorn. werk: System des transcendentalen Idealismus. — Lit.: E. v. Hartmann, S. ’s phil. System (Leipzig 1897); F. Sassen, Wijsb. der Negentiende Eeuw (1934).

F. Sassen.

< >