Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 03-07-2019

Frederik, prins der Nederlanden

betekenis & definitie

Frederik, prins der Nederlanden - Ned. vorst; * 1797 te Berlijn als tweede zoon van den lateren koning Willem I, ♱ 1881 te Wassenaar. In 1813 officier in het Pruis, leger.

Nam deel aan de veldtochten van 1813 en 1814. Na den vrede bezocht hij eenigen tijd de Leidsche universiteit.

Ontving bij de invoering van de grondwet van 1814 den titel van prins der Nederlanden. De vijandelijkheden van 1815 riepen hem wederom in actieven dienst.Aan den slag bij Waterloo nam hij geen deel (had een commando in Vlaanderen), maar wel aan den opmarsch in Frankrijk, waar hij te Parijs het bevel over de Ned. troepen overnam van zijn broeder (prins Willem), te Waterloo gewond. Na den oorlog werd prins Frederik lid van den Raad van State (1816), grootmeester der artillerie (1818), commissaris-generaal van oorlog (1826) en admiraal en kolonel-generaal van de landmacht (1829), in welke functies hij veel aandacht schonk aan het militair onderwijs, zich daarbij inspireerend op Pruis, voorbeelden. Met zijn broeder, den prins van Oranje, werd hij kort na het uitbreken van den Belg. Opstand met een leger naar Brussel gezonden om er de orde te herstellen. Bekend is gebleven zijn aanval op Brussel (23-26 Sept.1830), welke, vooral door onvoldoend beleid, een volslagen mislukking werd. Daarna leidde hij de reorganisatie van het Ned. leger (vooral in samenwerking met generaal De Constant Rebecque) voor een veldtocht in de Zuidelijke Nederlanden, den Tiendaagschen veldtocht, onder commando van den prins van Oranje. Nadien is prins F. weinig meer op den voorgrond getreden, al bleef hij nog tot 1868 als veldmaarschalk in functie. Prins Frederik, sinds Sept. 1816 grootmeester van de orde der Vrijmetselaren in Ned., was een zeer geziene figuur, die in de moeilijkheden, welke zich in de koninklijke familie voordeden, zoowel tijdens de regeering van zijn vader en van zijn broeder, als tijdens Willem III, menigmaal verzoenend is opgetreden en ook in de verhouding van Ned. met Pruisen een bemiddelende rol speelde.

Lit.: de Bas, Prins F. der Ned. (1887-1914; verdient op menige plaats correctie); Blok, in Nw. Ned. Biogr. Wbk. (I). Voor den aanval op Brussel vgl. o.m. Demoulin, Les Journées de Septembre 1830 (Luik-Parijs 1934).

< >