Z.-Afrikaansch staatsman. * 5 Oct. 1844 te Swellendam, ♱ 27 Maart 1934. Studeert te Londen, 1868 advocaat te Kaapstad, 1870 hoofdrechter te Bloemfontein, 1887 verkozen tot president van Oranje “Vrijstaat, herkozen in 1894.
Zijn politiek was gericht op samenwerking met Transvaal; in 1887 sloot hij een tractaat van vriendschap en handel met ➝ Krüger, wat in 1897 leidde tot een aanvallend en verdedigend verbond met Transvaal. In 1895 om gezondheidsredenen afgetreden, werd hij opvolger van ➝ Leyds als staatssecretaris en als zoodanig opsteller van het ultimatum aan Engeland in October 1899; ook was hij onderteekenaar van het Vredesverdrag van Vereeniging in 1902.
Hij weigerde den eed van trouw aan Engeland en vestigde zich in Hen Haag. Na toekenning van zelfbestuur aan Transvaal (1907) teruggekeerd, werd hij lid en voorzitter van den Senaat der Unie van Z.
Afrika tot 1920. E. was een warm Afrikaner van groote bekwaamheid en blanke oprechtheid.
Hij dichtte in de volkstaal: Vyftig uitgesogte Gedigte (1888, tweemaal herdrukt).