Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Flitsspectrum

betekenis & definitie

Flitsspectrum of flashspectrum. Bij een totale zonsverduistering is er even voor het begin en even na het einde der totaliteit een oogenblik, waarop de photosfeer geheel door de maan bedekt is, maar de daarbuiten gelegen lagen (chromosfeer, omkeerende laag) nog als een smalle sikkel zichtbaar zijn.

Van de onmiddellijk boven de photosfeer gelegen omkeerende laag, die door haar absorptie de donkere lijnen (lijnen van → Fraunhofer) in het zonnespectrum veroorzaakt, kan men dan een emissiespectrum (lichte lijnen) waarnemen. Dit spectrum wordt, daar het wegens de geringe dikte der omkeerende laag slechts enkele secunden zichtbaar blijft, flits- of flashspectrum genoemd.

Het werd het eerst waargenomen door Young in 1870.Men gebruikt om het f. te photographeeren een zgn. prismacamera, een spectrograaf zonder collimator. De collimator immers dient alleen om van de spleet een beeld in het oneindige te ontwerpen; dit is hier overbodig; het zonnesikkeltje zelf is een smal lichtlijntje op oneindigen afstand. Zooals bij een gewone spectrograaf de spectraallijnen beelden zijn van de spleet in licht van verschillende golflengten, zoo bestaat het f. ook uit een aantal cirkelbogen, die op te vatten zijn als beelden van het zonnesikkeltje, ieder in het licht van één spectraallijn ( bij art. → Zon). Naarmate een spectraallijn tot op grooter hoogte in de zonneatmosfeer wordt uitgezonden, geeft zij een langoren boog; het f. levert dus gegevens over de hoogte, waarop verschillende gassen in de chromosfeer voorkomen. In hoofdzaak is het f. een omkeering van het gewone zonnespectrum, zooals men volgens de wet van → Kirchhoff kan verwachten; er zijn echter ook groote verschillen; zoo komt in het f. een sterke gele lijn van helium voor, die onder de lijnen van Fraunhofer ontbreekt.

Ontwerpt men buiten een zonsverduistering een beeld van de omkeerende laag op de spleet van een spectroscoop, dan krijgt men geen f., doch een gewoon zonnespectrum, veroorzaakt door zonlicht,dat door de aardatmosfeer verstrooid wordt en dat de veel zwakkere flitslijnen onzichtbaar maakt. Bij groote dispersie wordt dit zonnespectrum echter sterk uitgespreid en verzwakt, terwijl de lijnen van het f. niet aanmerkelijk breeder worden. Zoo is men er in geslaagd om het f. ook buiten een zonsverduistering waar te nemen. Reesinck

< >