Flacius - Mathias, ( eigenlijk Vlacich), historicus en Luth. Hervormer; * 1520 te Albona in Istrië (daarom Illyricus genoemd), ✝ 1575 te Frankfort a.
M. Nadat hij te Venetië, Bazel en Tübingen gestudeerd had, kwam hij in 1541 te Wittenberg onder den invloed van Luther, aan wiens leer hij tot het einde getrouw bleef.
Ook verzette hij zich krachtig tegen de school van Melanchton en zijn plannen tot vereeniging met Prot., die van de Luth. leer afweken. Eerst werd hij prof. in het Hebreeuwsch te Wittenberg (1544), dan, na eenige jaren verblijf te Maagdenburg, prof. in de godgeleerdheid te Jena (1557).
Hij was sedert Oct. 1566 te Antwerpen gevestigd, toen hij eerst naar Straatsburg en dan naar Frankfort vluchten moest. Hij stond aan het hoofd van de redactie van „Ecclesiastica historia”, bekend onder den naam van → Maagdenburger Centuriatoren.Verdere werken: o.a. Catalogus testium veritatis (1556, 1672); Clavis scripturae sacrae (1567); Glossa compendiaria in Nov. Test. (1570).
Lit. : W. Prefer, M. F. 111. und seine Zeit (1859—’61); Polman, Flacius Illyricus, Historiën de 1’Eglise, in Red. d. Hist. Ecclés. 27 (1931, 27—73).
Willaert