Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Finistère

betekenis & definitie

(= einde van het land) is het Westelijkste dept. van Frankrijk en een deel van het oude hertogdom Bretagne; opp. 7 029 km2, 744 295 inw. (1931), 106 per km2. Hoofdstad Quimper; voorn. haven Brest.

Er heerscht een mild zeeklimaat; de riaskust lokt tot vischvangst (oesters, sardines, kreeften). De kuststrook wordt goed bebouwd; tarwe, haver, aardappels, groente, ooft (cider).

Runderteelt. Steenkool- en ijzermijnen.

Het binnenland is weinig bevolkt; de granietruggen dragen verlaten heidevelden.Lit.: Joanne, Géogr. de F. (1878); Ardouin-Dumazet, Voyage en France; C. Vallaux, La basse Bretagne (1907); A. Le Bail, Le Finistère agricole (1925); Fr. Gournil, La Bretagne (plaatwerk, 1924). Heere.

< >