1° (scheik.) ➝Filtreeren.
2° Natuurk. a) Electrische filters zijn apparaten, bestaande uit een samenstel van condensatoren en smoorspoelen, zoodanig gerangschikt, dat zij bepaalde frequentiegebieden ongehinderd doorlaten en frequenties buiten dit gebied tegenhouden. Zij vinden uitgebreide toepassing in telefoon- en radiotechniek. Zij worden verdeeld in drie hoofdgroepen, die met lagen doorlaat (low pass), welke alle frequenties beneden een zekere te kiezen waarde doorlaten, bandfilters, welke een zekere frequentie-band doorlaten, en filters met hoogen doorlaat, welke alle frequenties beneden een zekere grens tegenhouden.
b) Acoustische filters worden, in analogie met de electrische f., wel gebouwd ten einde bepaalde acoustische frequenties te onderdrukken of door te laten. Ze zijn veel minder effectief dan electr. f., aangezien de begrenzing der frequentie-gebieden zeer onscherp is. Ook zijn zij tamelijk volumineus. In den laatsten tijd tracht men ze toe te passen in knalpotten van explosiemachines.
Lit.: Shea, Transmission works and wave filters; Kaufmann en Schmidt, Schalldampfer für Automobile. A. Dubois.
3° Photogr. Bij het vervaardigen van kleurreproducties maakt de reproductie-fotograaf drie of vier verschillende opnamen. Van elk wordt een cliché vervaardigd, dat, in de juiste kleur afgedrukt, in combinatie met de andere cliché’s een totaalbeeld van de goede kleurverhouding doet ontstaan. Daartoe moet echter elke opname zoodanig zijn, dat alleen de voor die kleur vereischte lichtstralen opgenomen worden. Om dit te bereiken plaatst de fotograaf telkens een ander filter voor de lens van de camera. Dit kan een droog of een nat f. zijn; het laatste is een glazen vat, met gekleurde vloeistof gevuld.
De kleur van het f. is steeds de complementaire kleur van die der opname. Deze kleurentheorie is door vsch. geleerden in den loop der tijden opgebouwd op die van Newton, welke er op berustte, dat een voorwerp niet zoozeer een vaststaande eigen kleur heeft dan wel een wisselende, die afhangt van het licht, dat het voorwerp beschijnt. Men onderscheidt drie primaire kleuren, rood, geel, blauw. Voor de opnamen wordt dus respectievelijk een geel + blauw = groen f. genomen, een rood + blauw = violet f. en een rood + geel = oranje f., waarmede de vereischte splitsing der gezamenlijke lichtstralen van een gekleurd origineel verkregen wordt. Poortenaar.