1° Anselm, Duitsch schilder, zoon van 2°; * 1829 te Spiers, † 1880 te Venetië. Na gestudeerd te hebben aan de academies te Dusseldorf en München en onder Couture te Parijs, vindt F. zichzelf te Rome, waar hij vele jaren woont.
Zijn kunst krijgt hier een heroïsch-klassicistischen vorm (Lucrezia Borgia, Iphigenie, mus. te Frankfort en Stuttgart), waarmee een zoetige, romantische stemming soms een vreemd contrast vormt. Naast dergelijke slappe romantische werken, waartoe ook enkele historiestukken behooren, heeft F. ook krachtiger en meer impressionistisch geziene portretten nagelaten en landschappen.
De Schack Galerie te München en de National Galerie te Berlijn bezitten vele schilderijen van F. Zijn stiefmoeder verwerkt zijn ontwerp van een autobiografie tot „Ein Vermächtniss” (191911). Lit.: Uhde Bernays, in Klassiker d. Kunst (1913); Neumann, Der Maler A. F. (1929). Korevaar-Hesseling.
2° Friedrich Anselm, Duitsch archaeoloog, * 1798 te Jena, † 1851 te Freiburg i. Br.; sinds 1836 prof. in de philosophie te Freiburg.
Voorn. werken: Der vatikanische Apollo (21855); Nachgelassene Schriften (4 dln. 1854).