Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Ferdinand Foch

betekenis & definitie

Ferdinand Foch - Fransch maarschalk; maarschalk van Groot-Brittannië en Polen; * 2 Oct. 1851 te Tarbes; ✝ 29 Maart 1929 te Parijs. F. nam als vrijwilliger dienst tijdens den Fransch-Duitschen oorlog 1870— ’71, doch maakte geen gevechten mede.

In 1873 werd hij officier van de artillerie. Yan 1895 tot 1901 was hij leeraar aan de hoogere krijgsschool.

Ondanks zijn groote gaven scheen het, dat hij het niet tot de hoogste betrekkingen zou brengen. Zijn uitgesproken en beleden Katholiciteit pleitte toenmaals tegen hem.

Clémenceau, die onder de bekoring stond van de door F. geschreven werken, benoemde hem evenwel tot directeur van de hoogere krijgsschool, ondanks het feit, dat zijn broeder Jezuïet was! Van 1907 tot 1911 was hij als zoodanig werkzaam. Door zijn 6-jarig leeraarschap en zijn 4-jarig directeurschap had hij een overwegenden invloed op de hoogere militaire vorming van het Fr. officierskorps.

Koelberekenend overleg („De quoi s’agit-il?”) en op den voorgrond stellen van de moreele factoren en van den wil om te overwinnen, waren de kenmerkende factoren van zijn systeem, dat hij later tot de overwinning wist door te voeren.Als directeur van de hoogere krijgsschool had F. in het begin van de 20e eeuw een grooten invloed op de hoogere mil. vorming van de Fr. officieren. In het begin van den Wereldoorlog was F. commandant van het 20e legerkorps in Lotharingen. Sept. 1914 werd hij commandant van het nieuwgevormde 9e leger in het centrum van de slagorde van den eersten Mameslag. Tijdens den daarop volgenden „wedloop naar zee” werd hij belast met het „coördineeren” van de operatiën van de Fr., Eng. en Belg. legers in Vlaanderen. Met koning Albert en den Eng. generaal French bracht hij den D. aanval op Ieperen en Diksmuide tot staan. In 1915 werd hij commandant van de „Groupe d’armées du Nord” en in 1916 van het front aan de Somme.

In 1917 had hij geen actief commando meer en was er sprake van, dat zijn rol was uitgespeeld. In Oct. van dat jaar werd hij evenwel voorzitter van den geallieerden oorlogsraad. In die functie werd hij naar Italië gezonden. Maart 1918 brak het groote Duitsche voorjaarsoffensief los, dat den Duitschers aanvankelijk zeer groot succes bracht. Onder den indruk van het groote gevaar sloten de geallieerden zich meer aaneen en trad de noodzakelijkheid van het bezit van een gemeenschappelijk opperbevelhebber scherp aan het licht. Na eerst tot opperbevelhebber van de geallieerde troepen op het Westfront te zijn benoemd, volgde spoedig daarna zijn benoeming tot opperbevelhebber op alle fronten. Door den grooten tegenaanval met het leger van generaal Mangin ten Z. van Villers Cotterets (18 Juli 1918) leidde hij de groote offensieven in, die als „Bataille de France” bekend zijn en (vooral ten gevolge van overmacht aan personeel, materiaal en moreel) de uiteindelijke zege van de geallieerden ten gevolge hadden. Werken: Les Principes de la guerre (B1918); De la conduite de la guerre (71927).

Lit.: L. Madelin, Le maréchal F. (in: Revue des deux Mondes, 1 en 15 Aug. 1924). van Voorst tot Voorst

< >