Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Feist

betekenis & definitie

Feist - Sigmund, Duitsch Germanist, vooral in de studie van het Gotisch en de problemen van het Indo-Germaansch stamland gespecialiseerd; * 12 Juni 1885 te Mainz. Zijn groote vruchtbaarheid verhindert, dat zijn werken steeds tot in de puntjes verzorgd zijn; waarbij komt, dat zijn niet-nationalistische opvatting van den oorsprong der Indo-Germanen (hij laat deze nl., op vooral palaeontologische gronden, uit Midden-Azië komen) hem niet in de gunst van de leidende Duitsche critiek bracht.

Toch is hij een der beste kenners van den jongst-ontdekten Indo-Germaanschen taaltak: het Tokharisch.Voorn. werken: Europa im Lichte der Vorgeschichte (1910); Kultur, Ausbreitung und Herkunft der Indo-germanen (1913); Etymologisches Wörterbuch der gotisch en Sprache (21923); Einführung in das Gotische (1922): Germanen und Indogermanen (1924); Stammeskunde der Juden (1925). Gotisch Etymologicon (3e druk hiervan is aangekondigd). Baur.

< >