Federalisme - (Lat. foedus = verbond) beteekent de aaneensluiting van verschillende groepen tot het nastreven van een gemeenschappelijk doel. Behalve op de eenheid legt het woord f. echter den nadruk op het zelfstandig blijven der aangesloten deelen; zoo heeft men in het sociale vereenigingsleven federaties van gewestelijke of locale bonden, vereenigingen enz., die voor bepaalde doeleinden of tijden „federatief” samenwerken, doch ieder met behoud van eigen karakter, zelfstandigheid, inwendige bestuursbevoegdheid enz.
In de politieke inrichting der staten houdt het f. het midden tusschen unitarisme en particularisme. Bij het eerste overheerscht het streven aan de verschillende staatsdeelen iedere zelfstandigheid volkomen te onttrekken en ze tot één eenvormig gecentraliseerd geheel samen te smelten. De Jacobijnen der Fransche Revolutie, met hun gelijkheidsleuze, waren heftige voorstanders daarvan; de Girondijnen, die, om de overmacht van Parijs te breken, federalistisch gezind waren, werden als belagers van het vaderland vervolgd. Ook in de Bataafsche Republiek (1795-1806) heeft gedurende de beginjaren een dergelijke strijd gewoed (➝ Daendels, Unitarissen). Het particularisme overdrijft, ten nadeele van het algemeen, de zelfstandigheid en de rechten der afzonderlijke gewesten. Het f. streeft er naar, door ongehinderde ontplooiing van alle krachten der afzonderlijke staten het grootere staatsorganisme, waartoe zij behooren, te sterken en tot bloei te brengen. Daarbij wil het niet de centrale macht verzwakken of vernietigen, maar de staatstaak redelijk verdeelen over centrale macht en min of meer souvereine onderdeelen, waardoor vrijheid en eigen nationale aard niet meer beperkt worde, dan het welzijn van het geheel vereischt.
Al naar gelang f. of unitarisme overheerschen in een uit verschillende „staten” samengesteld rijk, spreekt men van een statenbond of een bondsstaat. Al dergelijke landen hebben zware crisissen doorgemaakt vóór het tusschen de beide richtingen tot een zeker evenwicht kwam: Zwitserland in den Sonderbundoorlog van 1847, de Vereen. Staten in den Secessieoorlog (zgn. Slavenoorlog) van 1861-’65, Duitschland bij den strijd over de Weimarer Constitutie en den triomf van het sterk unitarische Hitlerianisme. Over het algemeen kan men zeggen, dat het f. daar en elders terrein verliest, en dat de gecentraliseerde eenheidsstaat, onder nationalistische en imperialistische aspiraties, zich bijna overal meer doorzet.
Gorris.