Faunus

betekenis & definitie

Faunus - mythisch koning van Latium, vader van Latinus, na zijn dood als goede geest der bergen en weiden, beschermer der kudden en als voorspellende veld- en boschgod vereerd, maar ook als een plagende en verschrikkende daemon bekend; vandaar met den Griekschen Pan vereenzelvigd, zoodat zijn kinderen bij Fauna, de Fauni, met de Grieksche Satyrs gelijkgesteld werden. Deze Faunen werden doorgaans voorgesteld met bokkepooten, hoorns en geitenstaart. Weijermans.