Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Fathpoer Sikri

betekenis & definitie

Fathpoer Sikri - (Fathpoer = Zegestad), Oudindische stad ten W. van Agra (Voor-Indië); van 1669 tot ’84 door keizer Akbar gebouwd ter eere van den heiligen Selim Tsjisti. Schitterende bouwwerken ontstonden: Diwân i Chass (privé-audiëntiehal); Radzja Birbal’s huis (1572), waarop voor het eerst in Indië dubbelwandige, zgn. schijnkoepels; Dzjod Bai’s paleis, met aan de Noordzijde een aangebouwde open hal, de Hawa Mahall (Paleis der Winden); drie fraaie paviljoens voor drie sultana’s; de Hiram Minar, een met stekels bezette toren; meerdere bad- en brongebouwen; en ten slotte de glorie van F.

S., de Groote Moskee (Dzjama’ Masdzjid), met drie koepels; op den binnenhof twee graven, nl. van Selim Tsjisti (1571), een prachtig kunstwerk, en van Akbar’s kleinzoon Islâm Kkân († 1613); het fraaist is echter de als triomfpoort gebouwde Hooge Poort (Baland Darwaza). In 1587 vestigde Akbar zich te Agra.

Fathpoer Sikri, sinds den dood van Akbar een verlaten stad, bleef bijna onveranderd, als getuige van zijn tijd en kunstopvatting.Lit.: Fergusson, Hist. of Indian and Eastern Architecture; E. La Roche, Ind. Baukunst; E. Diez, Die Kunst Indiens; id., Die Kunst der Islam. Völker; E. B.

Havell, Ind. Architecture.

Hendricks.

< >