Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Farnese

betekenis & definitie

Farnese - Ital. adelsgeslacht sedert de 12e eeuw, genoemd naar zijn stamburcht Farneto bij Orvieto in Umbrië; leenmannen van den Kerkelijken Staat, die ook tijdens de Babylonische ballingschap trouw bleven aan den paus. Sedert het verdringen der Este’s en het uitsterven der Rovere’s genoten zij het meeste aanzien; beheerschten sedert 1552 voorgoed de hertogdommen Parma en Piacenza.

Paus Paulus III sproot uit hun geslacht. In 1731 kwam hun gebied aan don Carlos, den zoon van koning Philips V van Spanje en van Elisabeth, de erfdochter der Farnese’s. v. Gorkom. De bekendsten uit het geslacht Farnese zijn:

1° Alexander, de latere paus → Paulus III.
2° Alexander, prins van Parma, gouverneur-generaal van de Z. Nederlanden, diplomaat en veldheer, zoon van Ottavio Farnese en Margareta van Parma; * 27 Aug. 1545 te Rome, ✝ 8 Dec. 1592 te Atrecht. Bij de aanstelling van zijn moeder tot landvoogdes over de Ned. verblijft F. in deze gewesten, onderneemt reizen naar Eng., daarna met koning Philips II naar Spanje (1559). Huwt 11 Nov. 1565 te Brussel met de prinses Maria van Portugal, keert terug naar Italië. Neemt deel aan den strijd tegen de Turken (1571— 1574) en o.a. met don Juan aan den slag van Lepanto. 17 Dec. 1577 te Luxemburg als luitenant van don Juan in de Ned.; onderscheidt zich in den slag van Gembloux en in de bestraffing van Sichem. Na het overlijden van don Juan (1578) volgt hij dezen als gouverneur-generaal tijdelijk op. Dank zijn veldheerstalent overwint hij de Staatsche troepen en neemt Maastricht, Oudenaarde, Gent, Brugge, Ieperen, Brussel. Beroemd is zijn geslaagde belegering van Antwerpen, de machtigste veste in de Z. Ned. (1585). De inneming van deze stad verhaastte de scheuring van de Ned. Hij slaagt er ook in de Waalsche provinciën van de generaliteit af te trekken (Unie van Atrecht, Jan. 1579). Niet tevreden met de politiek, door Philips gevolgd in verband met zijn gouverneurschap, verzoekt hij om ontslag, waarna zijn moeder Margareta van Parma door den koning wordt aangesteld. De krachtdadige houding van F. beïnvloedt den koning, die hem dan definitief den gouverneurstitel toekent (1581). Na den val van Antwerpen veroverde F. nog Venlo, Neuss, Sluis, doch hij slaagde er niet in Bergen op Zoom en Tholen te nemen. Door den koning aangesteld tot aanvoerder van de Sp. legers, die Hendrik IV in Fr. zouden bekampen, dwingt hij dezen tot schorsing van het beleg van Parijs. Gewond te Rouen, ontevreden over de houding en het wantrouwen van Philips II, sterft hij te Atrecht, teleurgesteld, op het oogenblik dat de koninklijke ongenade hem ging treffen. F. is een der merkwaardigste figuren uit de gesch. der Nederlanden.

Lit.: V. d. Essen, Alex. F., prince de Parme, gouverneur génér. des Pays-Bas (3 dln. verschenen; Brussel 1933).

V. Roosbroeck.

3° Pier Luigi, zoon van Alexander Farnese, den lateren paus Paulus III; * 19 Nov. 1503, ✝ 10 Sept. 1547; werd door het nepotisme van zijn vader begiftigd met rijke bezittingen en in 1545 benoemd tot hertog van Parma en Piacenza. Hij was het hoofd der pauselijke partij tegen Karel V, zocht den steun der Franschen, liet in Piacenza een sterken burcht bouwen en begunstigde de samenzwering van Fiesco te Genua; werd daarom met medeweten van den keizer op last van den stadhouder van Milaan in zijn eigen burcht vermoord. Zijn zoon Ottavio (✝ 1586) kreeg in 1552 Piacenza van keizer Karel V terug en huwde met diens dochter Margaretha.

Lit.: Gosellini, Congiura di Piacenza contro Pier Luigi F. (1864); Scarabello, Dell’ultima duca di Pier Luigi F. (1868); Pastor, Gesch. der Päpste. Paulus III (1909).

v. Gorkom.

< >