Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Fagnolle

betekenis & definitie

Fagnolle - gem. in de prov. Namen, ten N.O. van Couvin; opp. 1045 ha, ca. 200 inw., grootendeels Kath.; landbouw.

Op de plaats genaamd Franc Bois bij F. werden vsch. cirkelvormige steenhoopen (marchets) onderzocht, waaronder gewoonlijk een of twee lijken begraven waren. In twee gevallen heeft men echter lijkverbranding geconstateerd. Blijkens de bijgezette voorwerpen, overigens zeer gering, klimmen deze primitieve grafmonumenten op tot het Neolithicum.

Lit.: Rahir, Vingt-cinq années de recherches, de restaur. et de reconstit. (1928, 78-80 vlg).

De Maeyer.

< >