Factorij - heette vroeger een handelskantoor, dat door een groote Europeesche handelsinrichting in overzeesche gewesten werd gevestigd, en dikwijls ook was versterkt ter verdediging van lijf en goed tegen de inboorlingen. Reeds de Hanze bezat f. langs de kusten van Oost- en Noordzee, maar vooral bij de Ned. en Engelsche Oost-Indische Compagnie heeft het instituut zich ontwikkeld (Ned. f. op de Westkust van Afrika, Java en de Molukken, in Voor- en Achter-Indië, China en Japan).
Op zich beschouwd had een f. dus geen bestuursmacht over het omliggende land, maar een groot deel der koloniale bezittingen van de Europeesche landen is uit f. ontstaan. Gorris.