Facetoog - of samengesteld oog wordt aangetroffen bij de geleedpootige dieren. Het zijn parige organen aan weerszijden van den kop.
Elk f. bestaat uit een groot aantal naast elkaar geplaatste, elkander hexagonaal afplattende zuiltjes (facetten), ommatidiën of ommata. In het f. van sommige dieren bedraagt het aantal ommatidiën slechts 3—5, in de meeste gevallen echter, zooals bij kevers, nachtvlinders e.a. 20—50000.Aan elk ommatidium kan onderscheiden worden: 1° de cornea, een aan de oppervlakte gelegen, doorzichtig, lensvormig chitinelaagje, dat afgescheiden wordt door twee opperhuidscellen, corneagene cellen. Bij crustaceeën blijven deze cellen onder de cornea behouden, bij vele insecten worden ze omgevormd tot pigmentcellen (hoofdpigmentcellen). Hierop volgt: 2° de kristalkegel, het Voorn. dioptrisch apparaat, eveneens afkomstig van opperhuidscellen, de vier kristalkegelcellen of Sempersche cellen. Naargelang de kristalkegel al of niet ontwikkeld is, kunnen onderscheiden worden: het acone oog, waar de vier kegelcellen de functie van den kristalkegel waarnemen, zooals bij libellen; het pseudocone oog, waar een door de kegelcellen afgescheiden, doorzichtig secreet de plaats van den kristalkegel inneemt, zooals bij vliegen; het eucone oog, waar binnen de vier kegelcellen door cuticulaire afscheiding een vaste, doorzichtige, sterk lichtbrekende kristalkegel wordt gevormd, zooals bij vlinders, kevers, bijen e.a. 3° De retinula of het lichtgevoelige deel. Het bestaat uit 7—8 langgerekte, cylindervormige cellen (gezichtscellen), die tot een bundeltje gerangschikt liggen. Aan de naar elkaar toegekeerde zijden dragen de retinulacellen een staafjeszoom, die door een bijzondere plasmamodificatie van het overige cellichaam wordt afgescheiden; gezamenlijk vormen deze staafjeszoomen het lichtgevoelige rhabdoom der retinula. Vanuit elke retinulacel treedt een zenuwvezel naar buiten, die opgenomen wordt in het oogganglion.
Elk ommatidium is door pigment omgeven, zoodat lichtstralen, die het eene ommatidium binnenvallen, het daarnaastliggende niet kunnen bereiken. Het pigment ligt in smalle cylindrische cellen, bijpigmentcellen, die van de cornea tot het begin der retinula reiken en aldus den kristalkegel afdekken. Bij vele insecten komen hierbij nog de twee hoofdpigmentcellen (gewijzigde corneagene cellen), die zich tegen het achterste deel van den kristalkegel schaalvormig aanleggen. Elk ommatidium laat slechts den axiaal gerichten lichtbundel door naar het lichtgevoelige rhabdoom, terwijl alle schuingerichte stralen door het brekingsapparaat (vooral door den kristalkegel) naar de zijwanden worden afgeleid en daar door de pigmentcellen worden opgenomen. Door een dgl. constructie wordt met elk ommatidium slechts een uiterst eng omgrensd gedeelte van de buitenwereld opgenomen, zoodat door alle ommatidiën te zamen een mozaïekvormig beeld van de omgeving wordt geschapen, dat echter als een gaaf beeld wordt waargenomen, zooals men bijv. een lithographischen afdruk, die in werkelijkheid ook uit een groot aantal meer of minder heldere punten is samengesteld, als een gaaf beeld waarneemt. Men vindt derhalve in het f. een orgaan, dat geschikt is zonder accommodatie op verschillende afstanden scherp te zien. Een ommatidium te beschouwen als een enkelvoudig oog is verkeerd; in waarde komt elk ommatidium slechts overeen met een gezichtscel van het menschelijk oog.
Willems.