Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Eusebius van Caesarea

betekenis & definitie

Eusebius van Caesarea - de „Vader der Kerkgeschiedenis”; * ca. 263, † 339. Aan de door Origenes gestichte School van Caesarea in Palestina werkte hij met Pamphilus, dien hij hoog vereerde (vandaar Eusebius Pamphili).

De bibliotheek dier school verschafte hem het meeste materiaal voor zijn werken. In 313 werd hij bisschop.

E. hield zich op dogmatisch gebied aan Origenes. In Nicea onderteekende hij wel na lang aarzelen het Symbolum, maar ook daarna blijft hij in de Triniteitkwestie meer gematigd Ariaan.

E. was een zwak theoloog, maar goed historicus.Werken: Wereldkroniek (tot 325), bewaard gebleven in Armeensche vertaling en in de bewerking van Hiëronymus; Kerkgeschiedenis in 10 boeken, vooral waardevol door de talrijke documenten en fragmenten van de oudste Christelijke schrijvers; Leven van Constantijn en Lof van C., sterk panegyrisch; Over de Palestijnsche martelaren. Op schriftuurgebied is waardevol zijn Onomasticon, alphabetische lijst der bijbelsche plaatsnamen. Belangrijk zijn de apologetische werken: Praeparatio evangelica in 15 en Demonstratio evangelica in 20 boeken. Een werk in 25 boeken tegen Porphyrius ging verloren. Dogmatisch: 2 boeken tegen Marcellus van Ancyra en 3 over de kerkelijke theologie.

Uitg. en lit.: vgl. Bardenhewer, Gesch. d. altkirchl. Liter. (III 1923); Lex. f. Theol. u. Kirche (III 1931).

Franses.

< >