Fransch blijspelschrijver. * 6 Mei 1815 te Parijs, ✝ 23 Jan. 1888 aldaar. Zijn werk, in vele talen vertaald, gaat niet hoog, maar vertoont merkwaardige scenische eigenschappen. Meester in het „vaudeville”, levert L. hier bewijzen van gezonde opgeruimdheid en rijke opmerkingsgave.
Kende dóór en dóór den „petit bourgeois”, waarvan hij zelf stamde. Een honderdtal werken, waaronder vele „pièces à thèse”, brachten hem in 1880 naar de Fransche Academie. Tot zijn voornaamste medewerkers behooren Dumanoir, Clairville, Augier e.a.Voorn. werken: Le Misanthrope et l’Auvergnat (1852) ; Le Voyage de M. Perrichon (1860) ; Les Deux timides (1860); La Poudre aux yeux (1862); Célimare le Bien-aimé (1863) ; La Grammaire (1867); enz.
Uitg.: Théàtre complet (10 dln. 1878-’79).
Lit. : J. Lemaitre, Impress. de théàtre (VI 1893, IX 1896); Fr. Sarcey, Quarante ans de théàtre (IV); H. Falter, Die Technik der Komedien von E. L. (1909). Willemyns