Eucalyptus - een 160 soorten tellend plantengeslacht van de familie der Myrtaceae, dat Australië, Nieuw-Guinee, Ceram en Timor bewoont.
De lange smalle bladeren staan door draaiing der stelen loodrecht naar de aarde gericht, en worden veelal door een laagje was tegen uitdroging beschermd. In Australië vormen E.-soorten de voornaamste boombedekking van het land, maar geven de lagere gewassen weinig schaduw. De bloembladeren zijn tot een muts vergroeid, die na den bloei wordt afgeworpen. Het zijn meerendeels snelgroeiende boomen met zeer hard hout, dat zich voor elk doel leent. De hoogste bekende boom behoort tot dit geslacht, nl. E. amygdalina, die 155 m haalt met een voetomvang van 30 m.
Op 80 m hoogte is de omvang nog 12 m. Een aantal E.-soorten worden in Australië gummiboomen genoemd, bijv. E. globulus, een hooge, bijzonder snel groeiende boom, waarvan het harde hout voor telegraafpalen, spoorbiels, kielen en masten uitstekend voldoet. In Z. Europa tot in N. Italië wordt hij met succes aangeplant, evenals in Algiers, Indië en Californië.
Door de verdamping van het opgezogen water leenen deze en vele andere soorten zich bij uitstek voor ontwatering van moerassige streken; daardoor worden tevens de broedplaatsen van de malariamuggen weggenomen en wordt zoodoende de malaria zelf beperkt of verdreven. Prima donkerbruin hout verschaft E. rostata, die vochtige gronden verkiest, terwijl E. corynocalix, op drogere, woeste gronden, zich leent voor bebossching en zijn loof als veevoeder geschikt is. Een andere groep wordt in Australië betiteld als ijzerbastboomen, o.a. E. leucoxylon, waarvan het harde, duurzame hout voor spoorwegen, havenwerken enz. nuttig is, doch zeer weinig wordt uitgevoerd. Een forsche soort is E. diversicolor, 100 m hoog, waarvan het hout veel wordt geëxporteerd voor straatbedekking evenals dat van E. marginata, het Australisch mahonie, welke beide soorten het eikenhout voor dat doel hebben verdrongen. Vsch. soorten leveren groote hoeveelheden looistof, bijv.
E. occidentalis, en verfhars, bijv. E. resinifera, dat voor kleursel, medicijnen en tandpoeder veel wordt benut. Rijk aan aetherische oliën zijn de bladeren van E. oleosa, E. odorata, E. citriodora met citroengeur, E. piperita met pepermuntgeur, E. globulus, E. amygdalina en andere. Bouman. Een bekende E. is verder nog de Australische E. botroyoides, ook Bangalay genoemd.
In de geneesk. worden verder de bladen van E. globulus gebruikt o.a. bij bronchitis, als rookmiddel bij asthma, ook ter bereiding van tinctuur. Hoofdbestanddeel vluchtige olie, die 85% ➝ eucalyptol bevat.
Hillen.