Ermanarik - Oost-Gotische koning, die nog voor den inval der Hunnen en de verpletterende nederlaag van zijn volk door dezen (375 na Chr.) uit wanhoop zelfmoord pleegde. Deze gewelddadige dood van E. is, met andere elementen vermengd, in de sage blijven voortleven en E. wordt er een type van wreeden en hebzuchtigen heerscher, die niets ontziet, ook niet den moord van bloedverwanten, om schatten te verwerven.
In de Suanhild-sage wordt Suanhild op bevel van E. door paarden uiteengescheurd, als wraak wegens den afval van haar gemaal, een vazal van E. Volgens een andere lezing is Suanhild de vrouw van E. en heeft met haar stiefzoon overspel begaan.
Om hun zuster te wreken gaan Suanhild’s broers E. opzoeken en dooden of verwonden hem. In de Harlungensage zijn de Harlungen, Emerca en Frisla, neven van E., deze laat ze ophangen om in het bezit van hun schat, het goud der Harlungen, te komen.
Dit wordt hem ontraden door den trouwen Eckehart, terwijl de booze Sifeca (of Sibicho of nog anders genaamd) den koning aanmoedigt. De sage van E. verhuisde van de Goten naar Duitschland, Engeland en Skandinavië en E. komt verder nog in den sagenkring van Dietrich von Bern (→ Dietrichsage) voor.Lit.: Hermann Schneider, Germanische Heldensage (I Berlijn 1928, 238 vlg.).Mansion