Equilibreeren - Equilibreeren is een der belangrijkste bewerkingen, waaraan de sneldraaiende onderdeelen van den automobielmotor moeten worden onderworpen. Er bestaan twee soorten van evenwicht, nl. statisch en dynamisch.
Het eerste verkrijgt men door het in evenwicht te brengen onderdeel A op twee messen te leggen en te zorgen, dat het, in welken stand ook gezet, niet aan het draaien geraakt; dit bereikt men door van de te zware plaatsen metaal af te nemen. Is zulk een statisch evenwicht verkregen en laat men daarna het onderdeel A om zijn as rondwentelen, dan behoeft er nog geen dynamisch evenwicht te zijn, doordat bijv. de twee te zware plaatsen B en C niet in eenzelfde vlak liggen en dus bij het draaien trillingen doen ontstaan.
Men moet deze punten B en C zoeken om ze te kunnen doen verdwijnen en dit geschiedt nu op een equilibreermachine. Deze bestaat uit een vast voetstuk G, waarop een tafel H is gemonteerd, die aan een kant op een mes I en aan den anderen kant op een veer K rust.
Elke trilling,hoe klein ook, van de tafel H wordt afgelezen op een zeer gevoelig meetinstrument. Boven op de tafel H wordt het te equilibreeren onderdeel A gesteld, terwijl onder de tafel H zich een as F bevindt, die van verplaatsbare tegengewichten D en E is voorzien.
Deze as F is gekoppeld aan het onderdeel A en draait daar dus samen mee rond. Men verplaatst nu de tegengewichten D en E, zoowel axiaal als radiaal, tot de tafel H tot volkomen rust is gekomen, hetgeen men op het meetinstrument L constateert.
De stand der tegengewichten D en E geven alsdan de juiste plaats der fouten B en C aan, die daarna gemakkelijk kunnen worden weggewerkt.Guljé