Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Episcopius

betekenis & definitie

Episcopius - 1° Johannes (eigenlijk: Jan de Bisschop), Ned. teekenaar en etser; * 1628 te Amsterdam, ✝ 1671 te Den Haag. E. maakte op zijn vele reizen, vooral in Italië, zeer verdienstelijke teekeningen (met een speciale bruinroode inkt) van landschappen, steden, dorpsgezichten en copieën van schilderijen.

Vriend van C. Iluygens Jr., wiens artistiek werk zeer onder zijn invloed stond.

Hij vestigde in Den Haag een teekenacademie.Lit.: Hofstede de Groot, Quellenstud. (1893); v. Wurzbach, Nied. Künstlerlex. Schretlen 2° Simon, hoofdleider der Arminianen na den dood van Arminius; * 8 Jan. 1583 te Amsterdam, ✝ 4 April 1643 aldaar. Te Leiden leerling van Arminius en diens tegenstander Gomarus; in 1610 predikant te Bleiswijk, in 1612 professor te Leiden, in 1619 door de Synode van Dordrecht in den ban gedaan en uit het land gewezen. Als gevolg hiervan stichtten de Arminianen onder leiding van E. een eigen kerkgenootschap. In 1626 werd E. predikant te Rotterdam, in 1634 hoofd van het theol. seminarie der Arminianen te Amsterdam.

Feugen

< >