engel, die in het bijzonder waakt over een bepaalde groep van menschen of over een bepaalden mensch. Het is Katholieke geloofsleer, dat God zijn engelen zendt om de menschen te helpen en te behoeden (Ps. 90.11, Hebr. 1.14).
Geen geloofsleer, maar wel algemeen aanvaard in de Kerk, uitgedrukt o.a. in gebeden der Kerk, is, dat over iederen mensch en vooral over iederen in Christus gedoopte een bijzondere engel waakt (Act. 12.15, Mt. 8.10; Cat. Rom.
IV, 9.4). Verschillende Vaders nemen een engelbewaarder aan voor bepaalde groepen van menschen, o.a. een volk, een bisdom.Kreling.
Lit.: Chr. Pesch, Die h. Schutzengel (21925).
Voorst, in de kunst: een jeugdige verschijning in lang gewaad, die een kind den hemel wijst of het beschermend terzijde staat op gevaarlijke punten, bijv. bij een vlonder, aan den rand van een steile rots, enz.
Heijer.